- aantikken
- {{aantikken}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [oplopen] 〈m.b.t. inkomsten〉 atteindre un montant élevé2 [tikken aan] frapper (à)♦voorbeelden:1 dat tikt lekker aan • cela finit par atteindre une jolie somme; 〈figuurlijk〉 cela finit par avoir une influence considérableII 〈onovergankelijk werkwoord, overgankelijk werkwoord〉1 [even aanraken] toucher♦voorbeelden:1 〈sport en spel〉 de middenvoor werd aangetikt • l'avant-centre fut (légèrement) touchézij tikte als eerste aan • 〈zwemmen〉 elle fut la première à l'arrivée
Deens-Russisch woordenboek. 2015.